Terug naar werk


Gerard Deen werd geboren in 1942 te Lemmer (Friesland) als oudste telg van een door Europa zwervende binnenvaartschipper.
Zijn lagere schooltijd brengt hij door op een internaat voor schipperskinderen te Oud-Gastel in Noord-Brabant.

Hij weet dat hij niet in de wieg is gelegd voor de scheepvaart en derhalve besluit hij na kostschool om zich verder intellectueel te vormen
en kiest voor het Lyceum te Emmeloord dat hij verlaat met het diploma HBS-A.

In deze tijd, maar in feite ook al veel eerder  - vanaf zijn vroege kindertijd -  tekent hij gefantaseerde steden, vaak geinspireerd op de
bestaande beroemde steden zoals Parijs, Berlijn, Londen, St. Petersburg, Rome enzovoort. Plattegronden, maquettes, en stedelijke
formaties, met of zonder landschappelijke elementen, zijn het resultaat want zijn interesse gaat uit naar de bouwkunst maar hij beseft ook
dat het eigenlijk niet gaat om reele bouwwerken en denkt er dus ook niet over na om architect te worden.

In deze periode raakt hij ook gefascineerd door kunstenaars als Piranesi, Boullee, Meryon, etcetera.
Op grond van zijn tekeningen wordt hij toegelaten tot de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam en van 1966 tot 1972
studeert hij daar schilderkunst en scenografie. Later, in de jaren 1979 en 1980 gaat hij nog een tijdje terug naar die Academie om er een
stage op de grafiekafdeling te volgen, voornamelijk om zich in de techniek van de steendruk te bekwamen.

In een interview met de journalist Max van Rooy, gepubliceerd in het literaire tijdschrift Maatstaf van maart 1977, vertelt Deen dat wat hem
betrof die klassieke opleiding op de Academie nergens op aansloot, het bood hem geen nieuw perspectief. Behalve dan misschien de
kennis die hij opdeed van de kunstgeschiedenis en voor een korte tijd heeft hij ook zijn scenografische opleiding verzilverd door opdrachten
van de Nederlandse Operastichting, De Haagsche Comedie en later ook van De Nieuwe Komedie.
In het begin van de zeventiger jaren werkte hij in opdracht van de Nederlandse Opera in een aantal producties samen met de befaamde
bariton Renato Capecchi die als zanger en regisseur was geengageerd en waarbij Deen de decors en kostuums ontwierp.

Maar de meeste tijd was hij bezig met zijn vrije werk dat toen nog bijna uitsluitend uit architectuurfantasie bestond.
Zelf zegt Deen hierover: 'mijn architectuur-fantasieen en de steden in mijn verbeelding evolueren van vertrouwde stijlen naar meer abstracte
constructies van verbindingen in de ruimte en spitsen zich soms toe tot een enkel teken of tot slechts een onderdeel als drager van
verhevigde emoties'.
Max van Rooy sprak over zijn architecturen als over vergeten, versteende beschavingen waaruit ontsnappen vrijwel uitgesloten is, de
gangen achter de poorten lijken licht en bevrijdend, maar bij aankomst zijn ze donker en doemen weer talloze 'uitgangen' op.
En de kunstcriticus E. Wingen had het in een tentoonstellingscatalogus, Witold Gombrowicz citerend, over de werkelijkheid die in haar kern
de aard van een obsessie heeft. Werelden die geconstrueerd worden door het associeren van verschijnselen met daarbij een bepaalde
steeds terugkerende associatie die richting vastlegt en orde in de chaos schept.
En hij zegt tenslotte, verwijzend naar het nieuwste werk: 'de droom heeft zich verhard tot een dwingend teken'.

Gerard Deen had tentoonstellingen in Amsterdam in 1971, '73, '75, '77. Hij nam deel aan de 'Dutch Art Fair' 1977 in de Sonesta Koepelzaal.
In 1978 tentoonstelling bij galerie Husstege-Steltman en in 1982 bij galerie De Witte Voet te Amsterdam.
Hij nam deel met een eigen stand aan de Kunstbeurs Utrecht 1981.

Vanaf ongeveer 1975 maakt hij vele reizen naar ondermeer China, India, Nepal, Birma, Indonesie, Mexico, Peru, Bolivia, culturen die ook
hun neerslag in zijn werk hebben gevonden. Aanvankelijk in een soort archeologisch-culturele vormentaal.
Later, als hij zijn stadsgezichten ontwikkelt, zien we de diverse wereldsteden terug in een persoonlijke adaptatie.

In 1980 en '82 ontvangt hij een Rijksstipendium van het ministerie van CRM. Zijn werk werd aangekocht door de Rijksaankoopcommissie en
door de aankoopcommissie van de stad Amsterdam, en door het Amsterdams Historisch Archief (een twintigtal werken in de jaren
1982 t/m 2012). Door NOS Teleac werd in 1990 in een uitzendingenserie getiteld 'Het fantastische in de kunst' aandacht besteed en
verslag gedaan van zijn werk. De laatste twintig jaar werd zijn werk aangekocht en/of in huur genomen door vele SBK's en kunstuitlenen
zoals die van het Bonnefantenmuseum te Maastricht, kunstuitleen Tilburg, SBK Gelderland, Enschede, Haarlem, SBK Amsterdam,
kunstcentrum Zaanstad, kunstuitleen Alkmaar, Hoorn, Hilversum en Apeldoorn.

Op de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam is een deel van de door dit archief aangekochte stadsgezichten te bezichtigen,
ze worden daar gepresenteerd met nadere informatie.


GERARD  DEEN
GERARD  DEEN
GERARD  DEEN
G.A. Deen                 g.a.deen@chello.nl